Mannenhemel
Zaterdag 30 september was het weer zover. De start van een week vissen op zeeforel. De week Fyn (spreek uit Fune) is zo langzamerhand een traditie geworden waar ik ieder jaar reikhalzend naar uit zie.
Om 6:00 uur stonden Marius, Ben, Job, Leen en ik te trappelen van ongeduld op de drempel van het huis van Paulus. Nadat het proviand was ingeladen en de auto’s ietwat door de assen zakten, begon de reis. TomTom leidde ons wederom feilloos langs de file tussen Hamburg en Flensburg. Om 16:00 uur stonden we voor ons vertrouwde adres Mellenbakken 11. Ons huis weg van huis. Halsoverkop de auto’s uit laden en om 16:30 maakten we onze vliegen nat bij de good old Suikerfabriek. Met één visje viel de vangst tegen. Maar… …we waren in Denemarken. Een week vol ongekende mogelijkheden lag in het verschiet.
Vissen op zeeforel is in beginsel niet moeilijk. De vis houdt zich op langs de rifjes en de randen van en in de wierbedden. Scherp vissen langs de wierbedden en rifjes loont dan ook de moeite. Dus bij veel wierbedden (een zgn. marbel field) vis je in de open gaten. Bij weinig wierbedden (een zgn. zandvlakte) vis je niet in het open water, maar strak langs de wierbedden.
Een voordeel is dat elke stek honderden mogelijkheden geeft, maar het water moet dan wel helder zijn anders zie je de wierbedden niet. Helaas zit niet in elk wierbed een zeeforel, en niet elke zeeforel heeft zin om te bijten. Dus hoewel makkelijk, is zeeforel vissen vooral taai. De bijnaam van de zeeforel is niet voor niets de 1000-worpen-vis. Het loont dus veel water te bevissen. Dit betekent veel lopen en werpen. Dat hebben we dan ook gedaan.
De zondag was magistraal. Strak blauwe lucht, volle zon en 20 graden. Een misselijke grap van moeder natuur die betaald werd met regen en wind de dagen erop. Om 6 uur opgestaan, stonden we rond 7:30 aan de waterkant. Stek 102 Ålehovedet. Een schiereiland dat rondom te bevissen is met legio veelbelovende plekken. Marius, Job en ik begonnen te vissen op de kop. Achteraf gezien een beste keuze. De anderen startten op links. Een ongelukkige keuze vanwege het troebele water. De wierbedden waren onzichtbaar aldaar. Maar er werd gevangen. Niet te veel, maar wel maatse vis. De vlieg genaamd Brenda was deze dag top.
Ben en ik vingen een nieuwe PR. Dag één van de vakantie en de vakantie is al geslaagd. Helaas was het voor Ben ook zijn laatste visje. Maar dat wisten we toen nog niet
‘s Middags lopen de vangsten altijd terug, dus genoten wij van een warme maaltijd. Zoals elke dag een culinair hoogstandje van Paulus. In de namiddag was Stek 96 Toro Huse aan de beurt. Deze stek is van oudsher beroemd om zijn goede vangsten. De Kop, het Kruis en het Kanon allemaal mythische namen als het aankomt op het vangen van veel zeeforel. Met één visje op 6 man viel deze grand lady der stekken ernstig tegen.
De sterk opkomende en uiteindelijk stormachtige westenwind maakte het vissen moeilijk. Deze laatste toef van Catharina bepaalde voor de rest van de week waar we konden vissen. De bombetta was voor sommigen een uitkomst om toch met een vlieg te kunnen blijven vissen. Een visserij op zich met een eigen dynamiek. Zeer effectief bij het afvissen van grote strekken water. De eerste dag lukte het nog om nabij goede lij-stekken te vinden. Hierna moesten we naar de andere kant van Fyn. We lieten ons leiden door de “Fynner bijbel”. Het grote stekkenboek der zeeforellen ter Fyn geeft aan welke stekken geschikt zijn bij welke windrichting in welke periode. Marius had al deze informatie in zijn mobiel staan dus er naar toe rijden was een eitje.
Maandag was stek 117 aan de beurt. Flyvesanddet. Deze stek op de kop van het eiland was de rit waard. Geheel in de luwte was het goed toeven. De zee helder en veel veelbelovende stekken voor het oprapen.
Wij vingen een visje maar Marius ving een VIS. Met 65 cm een prachtig bakbeest en nog lekker ook.
Hierna gingen we naar stek 1, Enebaerodde. Dat klinkt heel ver als je op stek 117 staat. Maar een eiland is een gesloten landmassa en als de laatste stek 117 is, dan volgt automatisch stek 1. Dus lekker dichtbij. De stek viel tegen. Minder mooi en weinig vangsten.
Achteraf gezien waren de ochtenden eigenlijk meestal het beste moment. Dus volgend jaar een uurtje eerder opstaan. De schemer viel wat dat betreft echt tegen. Dat ging voorgaande jaren beter. Ook was er nauwelijks forel te zien. Dus aangooien was geen optie. Iets wat we ook niet kennen van voorgaande jaren.
Dinsdag in de binnen baai van Helnaes was als een vakantie in Spanje. Uit de wind, in een warm zonnetje en een familie bruinvissen op nog geen dertig meter afstand. Zoals gewoonlijk voor mij op deze stek verspeelde ik al mijn vissen waarvan twee grote. Maar het gaf in ieder geval vertrouwen in de vlieg Coppermagnus die ik had aangebonden. Marius ving een mooie geep en Leen en Paulus zeeforel. De Pate Grise een andere bekende vlieg bleek wederom een vanger te zijn. Het was dan wel weer even wennen dat als je aan de loefzijde kwam, je echt uit je verschoning waaide.
Na het zoveelste geweldige middag diner gingen we naar stek 83. Knolden. Een nieuwe stek nabij Faaborg. Een uit stekende landtong waarachter gevist kon worden. De weg naar lijzijde was lang en moeizaam. Maar er werd gevangen. Geen bijzondere vissen, maar toch weer leuke visserij. Job had die avond met drie vissen een topavond. Ondanks de wind was dit toch ook een echte mooie plek. In het begin stukken diepwater. Later weer een oplopend zandplaat waar eindeloos op doorgelopen kon worden. In de rode cirkel hiernaast zie een zwart puntje.
Dat is Leen die de overkant probeert te halen. Ik moest gelijk denken aan variant van een lied van Boudewijn de Groot. “Hoe sterk is de eenzame visser die kromgebogen over het water…….” Ik kan je zeggen beresterk. Met rustig weer zijn hier talloze stekken meer te bevissen. We gaan er zeker nog eens naar toe.
4 Oktober. Dierendag. Ik had thuis beloofd zonder haak te vissen en ving die dag niets. De anderen vingen wel, maar overall gezien niet wild. Met uitzondering van Paulus die een vijftiger ving. Een lang gekoesterde droom kwam die dag wel uit. Stek 104 Fønsskov Odde werd verkend. Een verspilling van tijd en moeite. Hierbij voorgoed van de lijst geschrapt.
Op 5 oktober werd de Jan Special in stelling gebracht. Deze zuurstok roze garnaal is een ontwerp van de Haagse Vliegvis Vereniging. Het ziet er niet uit, maar vangt als een malle. Ik heb in ieder geval geen andere vlieg meer aangebonden. Het weer werd slechter. Zoals je weet kan je met een droge of natte vlieg vissen. Als visser hadden we ook zo’n keuze. We konden als droge thuiszitter het watje uithangen, of als natte vissers in het water staan. Ondanks de wind en regen werd er gevist zoals het echte mannen betaamt. Nat tot op de onderbroek, maar wel vissen.
De regen was soms niet meer dan een buitje, en dan weer zag je een watergordijn aankomen die even later striemend om je heen neersloeg. De vissen die je dan vangt, krijgen een legendarische proportie. Zo plukte Leen nog eens mooie zeeforel uit het water, terwijl de hemelsluizen genadeloos op hem inbeukten. Misschien niet de grootste vis, maar met zijn veertig plus wel de meest epische.
Maar wie klaagt er over het weer, als je na een dag hard ploeteren voldaan de waterkant verlaat en wordt beloond met een maansopkomst waar je stil van wordt. Of wie klaagt er als je naar huis rijdt en er een ree op de weg je spottend aankijkt. Of wie klaagt er als je naar je stek loopt en tientallen fazanten kleurrijk voor je voeten wegspringen. Of wie klaagt er als je staat te vissen en er een oude driemaster voorbij vaart. Ik raak onder de indruk wanneer een familie bruinvissen op dertig meter afstand mij aankijken.
Dit alles maakt vissen op Fyn niet alleen een visvakantie, maar ook nog eens een fantastische ervaring. En als je nat en koud thuis komt, is er toch niets zo lekker als een warme douche waar je weer mens van wordt. Wel jammer dat we drie dagen nodig hadden om het knopje te ontdekken, dat er voor zorgde dat er voldoende warm water was voor iedereen. Maar wie klaagt over een vleugje muskus als 6 mannen op elkaars lip leven.
‘s Avonds lekker op de bank een hapje en een drankje en uren oeverloos gelul over vissen en alle andere onzin dat ter tafel komt. Van de gesprekken weet ik niet veel meer, maar de pijn in mijn buik van het lachen is me bij gebleven. Dat we als mannen het decorum een beetje lieten varen maakte de beleving compleet.
Deze geweldige vakantie werd in perfectie afgesloten. Vrijdag scheen de zon volop. Twee nieuwe prachtige stekken werden aangedaan. Stek 20 Stavreshoved en stek 21 Hverringe Skov. Echte aanraders. Een uitslover, wiens naam onbekend zal blijven, moest er zo nodig nog 25 polakken uitrekken. Dik onder de maat en niet meetellend voor het klassement. Frustrerend hierbij was dat de anderen (waaronder ik zelf) op diezelfde plek er nauwelijks een visje konden uittrekken. Ik ving nog een 50-tiger en was de koning te rijk. Leen, Paulus, Job en hij wiens naam onbekend zal blijven vingen zeeforel. Ben verspeelde zijn laatste kans en maakte dit in authentiek oud Haags kenbaar aan de wereld. Het was jammer dat de grote ‘GO FISHING’-viswedstrijd die dag begon, dus alle stekken waren retedruk. Een Duitser die uit gleed en een U-boot na deed, maakte dat een beetje goed. Wij hadden onze vakantie al gemaakt. Ons restte slechts de weg naar huis de volgende dag.
Speciale dank gaat uit naar Paulus voor de goede zorgen en zijn dagelijks geploeter in de keuken. Minder dank gaat naar hem uit voor de drie kilo die ik ben aangekomen.
Als ik de week opsom, dan had Leen een ADF vakantie. Alle Dagen Forel en ook nog de meeste.
Marius had een ADV vakantie. Alle Dagen Vis en met een geep, makreel en polak als bijvangst had hij, naast de grootste zeeforel, ook de meeste soorten vis. Naast mijn PR op de zeeforel had ik ook een PR op de zeenaald, ongeveer 8 cm. Ben had slecht één vis maar dat was wel direct een PR. Paulus en Job vingen hun vissen mee, waar tussen een aantal veertigers en een vijftiger. Maar wie houdt er nu een stand bij?
Er is weleens een week waarin alles klopt. Deze week was zo een week. Voor mij gaat week 40 van 2017 de dagboeken in als een week in de Mannenhemel.