Review Oostvoornse Meer (OVM)
Het Oostvoornse meer is een diep en helder (brak) water (half zoet/half zout). De grootte van dit water (270 hectare) bedraagt van oost naar west 2500 meter en van noord naar zuid 400 tot 900 meter De diepte varieert van 20/25 meter tot 30/35 meter waarbij er enkele putten zijn van net iets meer dan 40 meter. Het Oostvoornse meer behoort tot de provincie Zuid-Holland en ligt bij Brielle in het zogenaamde Rijnmondgebied.
Het Oostvoornsemeer is een recreatiegebied aan de rand van één van ‘s werelds grootste zeehavens. Het ligt onder de rook van de petrochemische industrie. Vroeger lag hier de zandbank ‘Maasdroogen’ die in de loop van eeuwen een waar scheepskerkhof was. Daarom zal het Oostvoornsemeer waarschijnlijk meer scheepswrakken herbergen dan tot nu toe zijn ontdekt.
Het Oostvoornse meer ontstond in 1966 toen in het Brielse Gat een tweede dam werd aangelegd. De eerste dam in het Brielse Gat was in 1950 aangelegd, waardoor de Brielse Maas werd afgesloten van de Noordzee en het Brielsemeer ontstond. Uit het Oostvoornse meer is zand gewonnen om de Maasvlakte op te spuiten. De dam tussen de Noordzee en het Oostvoornse meer is een beschermd natuurgebied. Vanuit het Beerkanaal wordt zout water in het Oostvoornse Meer gepompt, zodat het water zouter wordt, het zicht zal verbeteren en er meer specifieke flora en fauna kan ontstaan.
Het meer is door zijn geïsoleerde positie bepaald vissoortenarm, maar er zijn hier toch de driedoornige stekelbaars, paling, tarbot, dikkopjes, donderpadden, puitaal, uitgezette regenboogforellen en bruine forellen, strandgapers en kokkels en een populatie haring te vinden.
Waar te vissen
Het vliegvissen gebeurt meestal met als startpunt de zogenaamde Loswal aan de Noordoever (dat is de aanduiding die GoogleMaps ook gebruikt) Voordeel is dat daar een goede parkeerplaats is met voldoende ruimte. Ten tweede is het daar een voordeel dat er direct twee makkelijk te bereiken dammen liggen, waarvandaan naar het diepe water gevist kan worden. Er zijn ook andere plekken, maar in deze review beperk ik me tot de Loswal.
In het spraakgebruik worden twee benamingen voor het water gehanteerd: de binnenbak en de buitenbak. De binnenbak is het water dat tussen de oevers en de dammen ligt; de buitenbak is het diepere water dat achter de dammen ligt, de eigenlijke plas dus.
Het vissen in de binnenbak of buitenbak is verschillend. De binnenbakken zijn gemiddeld 60 tot 90 cm diep met een zandbodem die op enkele plekken begroeid is met diepliggend wier. Het water is er rustig, er staat weinig stroming. Vrijwel altijd is het in de binnenbak helder. Bij Noord/noordoosten wind kan het wel eens troebel zijn. Die helderheid heeft naast het voordeel dat je met een goede polariserende zonnebril de vissen kunt zien, het nadeel dat je zelf ook makkelijk opvalt. En omdat dat ook voor de (drijvende) vliegenlijn geldt wordt in de binnenbak over het algemeen gevist met met zeer lange leaders en tippets. Lente van 4 tot 6 meter zijn niet ongebruikelijk. Een ander voordeel van de binnenbak is de mogelijkheid om altijd met de wind op je goede hand te vissen, de binnenbakken zijn breed genoeg. Er kunnen grote forellen worden gevangen en de aanbeet is vaak heftig. Het gebruik van een tippet van 22/100 of zwaarder is niet ongebruikelijk. De grootste gevangen regenboogforel die bekend is, was 95 cm. Gemiddeld ligt de lengte tussen 35 en 60 cm.
De binnenbakken
Er zijn meerdere binnenbakken: vanaf de loswal gezien ligt aan de linkerkant voor het recreatiestrand een kilometers lange binnenbak. Deze bak is minder populair omdat er nogal verschillen in bodemgesteldheid zijn, soms stap je van zand opeens in modder. Daar is een waadstok aan te bevelen, ook omdat de diepte sterk en plotseling kan wisselen, kuilen dus waarin je staand kunt drinken.
De binnenbak die rechts van de loswal ligt, is makkelijker te bevissen. Een deel van de binnenbak is verboden terrein, vanaf de loswal is een vogelkijkhut een de overkant te zien. Trek een denkbeeldige lijn van de loswal naar die hut en je mag niet rechts van die lijn vissen, het is broedgebied en je krijgt een flinke bon als je betrapt wordt.
In de rechter binnenbak kun je doorwaden naar het eind, richting Oostvoorne. Je komt in die bak door bij de loswal aan de rechterkant het water in te gaan en dan de rietoever te volgen tot het punt waar je tegenover een dam staat. Vervolgens loop je een tiental meters richting de vogelgut en je staat in veilig water. Hou er rekening mee dat het water vlak voor de dammen weer een stuk dieper is, daar kun je niet doorwaden. Wel mooi om te bevissen vanuit de binnenbak, veel forel aast tegen de dammen aan in het diepere deel.
Als je de rechterbinnenbrak binnengaat heb je aan je rechterkant een volledig begroeide oever. Ook onder die oever azen veel vissen omdat er insecten uit de struiken het water inwaaien (bijvoorbeeld bibio’s) Als je doorloopt zie je in de verte drie forse palen in het water staan. Een geliefde plek, omdat die palen de lijn aangeven waarachter het dieper wordt. Het advies is om niet te ver voorbij die lijn te lopen, je gaat kopje onder. Veel vissers zoeken juist die plek op omdat de daar het diepe in kunt vissen. Een voor de hele rechter binnenbak geldt dat je daar bij zuidwesten wind uitstekend staat.
De dammetjes
De dammetjes zijn een verhaal apart. Ze bestaan uit onregelmatige en scherpe keien. Als je op de dammen gaat vissen is een stripmand bijna een vereiste om je lijnen niet te beschadigen. Er is vrijwel geen ruimte om in het water te gaan staan. Vanaf de loswal kom je makkelijk op het eerste dammetje links. Het water is er helder en niet dieper dan een meter, je loopt er zo op. Vanaf die dam kun je makkelijk in de buitenbak (het diepe meer) vissen. Vlak voor de dam, in het meer, ligt een dieper gat, ook en populaire plek. De dam is kort en een tweede dam ligt er achter. Lange mensen kunnen oversteken, maar het luistert nauw, als het water iets hoger staat loopt je waadpak vol. Af te raden dus. Wil je per se op die dam vissen, dan kun je vanaf het strand oversteken, er staat bordjes op de dam die een veilige route aangeven.
De meest belopen dam is die rechts van de loswal. Ook daar kun je moeiteloos opkomen maar kijk even goed naar de route. Er ligt een keienspoor links van de kop van de dam naar de rietoever, ga je bij het oplopen teveel naar rechts, dan stap je weer in een diep gat. De eerste keer is een waadstok of iemand die de weg kent aan te bevelen. Helemaal aan het einde van die dam staat een paal, daar kun je er weer af, de binnenbak in. Ook hier geldt dat het een smal pad onder water is, voorzichtig dus. Vanaf die dam kun je moeiteloos in de buitenbak vissen, over grote afstand. En dat is prettig, je moet de vis vaak zoeken. Behalve het vissen in de buitenbak zijn de gaten tussen de dammen ook populaire plekken. En staat wat meer stroming dan normaal en vis die van binnen naar buiten trekt komt door de nauwe opening. Vooral tegen de avond heb je kans op die trek, als forel in de binnenbak gaat azen.
Natuurlijk kun je ook vlak naast de loswal vissen. Er staat een bord met aanduiding dat je links daarvan niet mag vissen. Dat is vanwege de duikers die aan de loswal het water ingaan. Rechts van het bord heb je voldoende ruimte om het diepe in te vissen, je kunt ver genoeg waden om een backcast te maken zonder in het riet vast te zitten.
Vis
Er worden jaarlijks 6000 regenboogforellen van ongeveer 350 gram uitgezet en een enkele maal ook bruine forellen. Sinds 2009 zwemt er ook een fors aantal seiblingen (kruising tussen bruineforel en beekridder) in het meer. Vliegvissers krijgen hier de kans om een grote sterke regenboogforel te haken die vergeleken wordt met de wilde steelheads uit Noord-Amerika. Maar als er in de warmere maanden met een nimfje of klein streamertje gevist wordt dan is de kans van een haring aan je vlieg zeker niet uitgesloten.
De haringen in het meer zijn afstammelingen van een school die in 1966 werd ingesloten. Zij komen, als het warm is, massaal naar de oppervlakte. Er is op dit moment (2014) sprake van om zalmen uit te zetten.
Met verschillende bekende tactieken zijn de forellen te vangen, per seizoensperiode is de gebezigde tactiek wel anders. In de winterperiode kan het beste langzaam met een intermediate of snelzinkende lijn worden gevist. De favoriete vlieg is hierbij de booby, streamertje of (drijvend) zalmeitje. In de winter en het voorjaar wordt steeds vaker met een nimfje gevist, met name in de wat ondiepere delen, het gebruik van een beetindicator is hierbij aan te bevelen. De favoriete vlieg is een goudkopnimf of wat ondieper een zoutwaterpissebed-imitatie. In de periode van begin april tot mei, wanneer de bibio’s (meidoornvlieg) massaal uitkomen dan is het tijd voor de droge vlieg, de forellen zijn dan vooral in de ondiepe delen goed te vangen. Als je meer informatie over vliegen nimfen, streamers enz. zoekt, raadpleeg dan internet, bijvoorbeeld Fly-Fever, daar staan veel bruikbare tips.
Hoe kom je er
Vanuit Rotterdam de A15 volgen tot Rozenburg, hier gaat de A15 over in de N15. Deze volgen tot afslag Oostvoorne/Rockanje, hier links en eerste rechts om de secondaire weg van de Noordoever op te rijden of hier Oostvoorne aanhouden om de zuidoever te gaan bevissen. Voor de Loswal helemaal doorrijden tot de slagboom aan het eind van de secundaire weg.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!