Starende Vliegvissers
De starende vliegvisser.
De starende vliegvisser. Als we met vakantie gaan er altijd het nodige aan visspullen mee (‘viszooi’ volgens mijn vrouw). Bijna altijd zoeken we dan een camping aan een riviertje. De laatste jaren in Frankrijk. Dit jaar was het doel de Dordogne. We landen daar met de caravan na drie tussenstops. Onderweg zijn we dan een paar dagen op bekende campings waar ik een beetje kan vissen. In de vakantie lijkt dat meestal leuker dan thuis: andere omgeving, andere mensen, andere taal, helaas Frans. Dit betekent heel vaak met handen en voeten en een mengeling van Franse en Engelse woordjes communiceren met andere vliegvissers.
Wat opviel bij de riviertjes waar ik geweest ben, was de lage waterstand. In sommige gevallen maakte dat het vissen wel lastiger.
Zo stond in de Serein in de buurt van Chablis iets van 30 – 40 cm water. De grotere vis kon je alleen vinden in diepere stukken. Daar waren er niet te veel van. Achter de camping was echter een mooie poel vol met vis en met glashelder water. Die konden alleen benaderd worden als ik via een bijna droge zijarm naar de poel toe sloop. Onder dekking van struiken en achter mij een aantal vliegjes etende bomen konden dan grote vissen aangeworpen worden.
Met resultaat. Het waren voornamelijk kopvoorns. Leuk om te zien was, dat toen ik een kopvoorn van ca 45 cm het zijriviertje in sleepte, in zijn (haar?) kielzog nog een stuk of drie andere vissen zwommen. Die waren overigens snel weg.
De gevangen vis maakte echter zoveel rumoer dat daarna de lol eraf was. Na een of twee vissen, maakte ik geen kans meer. Zij gingen over in de cruisemode, met de grootste voorop zwommen ze in een dichte school zwommen ze heen en weer. Hoe je ze ook aangooide, met welke vlieg, drijvend, zinkend, rood, geel, paars, ze lieten het links liggen. Door het heldere water kon je ze goed zien. Zij mij helaas ook. Bij een kleine beweging van mijn arm, zag je ze 10 meter verder wegstuiven. Alleen kleine vis en vis die wat verder weg op andere plekken zaten, lieten zich nog wel verschalken.
Een volgende tussenstop was aan de Sioule. Een rivier die bekend staat om zijn forel en vlagzalm. Ook hier stond er weinig water. Na het eten probeerde ik het nog even. Het resultaat was alleen kleine vis: kopvoorn, alvertjes. Je zag ook geen stijgende vissen.
Terwijl ik daar bezig was kwam er een andere vliegvisser, een wat oudere man. Hij liep een eindje de rivier in, ging daar staan, steunend op zijn waadstok en … deed verder niets. Alleen kijken. De hengel in zijn hand maar niet inwerpen. Natuurlijk even een praatje gemaakt en vliegjes bekeken. Hij vertelde dat het water te laag was. De vissen verschuilen zich en komen pas als het schemert te voorschijn.
Hij wachtte tot hij een vis zag stijgen. Dan zou hij zijn lijn uitgooien. Ik heb hem weer alleen gelaten. De vliegvisser heeft daar dat laatste half uurtje alleen naar het water staan staren. De starende vliegvisser heeft zover ik weet, niets gevangen. Aan het eind van de vakantie op de terugweg naar huis, had ik daar wel een aantal forellen. Ik denk ook omdat toen de toeristen weg waren en het rustiger was aan de rivier zodat de vissen zich eerder lieten zien.
De Dordogne is op de plek waar wij zaten een brede rivier met wat stroomversnellingen. De rivier was nieuw voor mij en als je dan daar voor het eerst gaat vissen, probeer je te beoordelen waar en waarmee je het beste kan vissen. Behalve bij de geijkte plaatsen, stroomversnellingen, de stroomnaden, obstakels in het water, beschutting van bomen, enz., kijk je waar andere vissers gaan staan. Ook de bomen langs de rivier zijn een bron van informatie. Regelmatig vind ik daar loshangende lijntjes waar nog een vlieg aan vast zit.
Met zo’n vlieg heb ik weer vis gevangen en bij een praatje met een Fransman gezien, dat hij ook een dergelijke vlieg in een ander kleurtje (groen i.p.v. donkerblauw) gebruikte. Ook hier waren er ‘starende vissers’. Mensen die wachten totdat ergens beweging is. Sporadisch zie je dat ook. Meestal buiten bereik. Soms dichter bij, maar dan is het wel vaak raak.
Dat wachten is echter niets voor mij. Er zit waarschijnlijk redelijk wat vis die meer op onderwaterbeestjes jagen dan op drijvende vliegjes. Dat meende ik gezien te hebben toen een groepje zwaluwen klaarblijkelijk tijdens een hatch van kleine lichtbruine eendagsvliegjes deze massaal van het wateroppervlak plukte. De vissen lieten zich echter nauwelijks zien. Af en toe een stijgende vis. Maar dat was het dan.
Daarom probeerde ik een onverzwaarde peute op haakje 16. Echter kleine lichtgekleurde vliegjes en nimfen deden het ook: forel, zalmpjes, kopvoorn, blankvoorn, serpeling, alvers, helaas geen vlagzalm. De peute blijft een beetje drijven, maar wordt al snel onder water getrokken. Wat de vissen er dan in zien weet ik niet. Misschien werkt het als een streamertje. In ieder geval vonden ze het lekker. Bij het eerste paar worpen was het al raak. Geen grote vis 15 – 20 cm. Mijn eerste indruk was, dat ik een forel aan de lijn had. Alleen met een wat spitsere snuit en een wat afwijkende tekening.
Mogelijk een locale variant. Op internet vond ik echter een mooi overzicht van de verschillen tussen jonge forellen en jonge zalmen: http://members.quicknet.nl/f.oorschot/Vissoorten/Verschil.htm
Wat bleek: ik heb de eerste zalm van mijn leven gevangen. Geen grote, maar toch …
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!