Als je een aap leert klimmen …

Zondag 20 mei, 10:00 uur op de Meppelweg. De voorzitter en penningmeester zijn al 2 minuten aanwezig. Een laatste slok koffie en de stoet gaat op weg naar het Oostvoorne. De verhalen van de weken ervoor zijn bemoedigend.

Minstens 20 Forellen per persoon. Het was eerder werken dan vissen. Blij als je een early-release had, want de armen waren moe. Afijn u kent de verhalen, u vertelt ze immers zelf. Als beginnend vliegvisser ben ik onder de indruk. Ik zou beter moeten weten. Ik had deze taal moeten herkennen. Visserslatijn.

Tien jaar geleden heb ik hier één keer gevist. Mijn broer, nu de penningmeester, klopte me 12 – 0. Maar ik ben nu voor bereid. Toen had ik zelfs nog geen hengel, nu wel. De rest heb ik wederom geleend. Het enige verschil tussen ons is dus de menselijke factor met zijn hengel. Moge de beste winnen.

Het water ligt er mooi bij. De wind is straf maar acceptabel. Plaats genoeg voor iedereen. De meeste gaan rechtsom vissen. Wij gaan linksom. Wie ben ik om dat tegen te spreken. Op de strekdam zien we gelijk al vis draaien. Ik ben gespannen. VIS is gesignaleerd. Alle goeie stekken worden mij aangewezen, nadat ze zijn afgevist. Eén keer voel ik lijndruk en is mijn vlieg aan flarden. Maar vis…………., ho maar.

Voor we het weten is het 13:00 uur en tijd voor koek, koffie, snoep, fris, bier . en noem maar op. Het bestuur verwent ons weer. Chapeau. Ik troost me. Bijna niemand heeft vis gezien. Een enkele spekkoper daargelaten. Er komen nog meer clubleden. Verhalen over aanbeet, verspelen en bijna vis worden gedeeld. We gaan weer vissen. Dit keer lopen we rechtsom. Bij alle plekken waar ooit eens een vis is gevangen wordt van naadje tot draadje verteld hoe het was. Zelf de geluiden van de aanbeet en slip blijven me niet gespaard. De ene forel is groter dan de ander. Ze springen ook steeds hoger en mooier het water uit. Ik wacht op het moment dat ze ook nog een flikflak en een salto maken.

Gelukkig we moeten waden. Borstdiep, armen omhoog naar de volgende strekdam. Ineens springen de verhalen van Rene in mijn gedachte. Ik voel in mijn jaszak. Yep, natte mobiel. Eindelijk we gaan vissen. Hier zit altijd vis wordt me beloofd. Ik gooi tegen de wind in naar de buitenkant. Een enkele keer haak ik mezelf bijna en lig ik op een afstand die ik met een vaste stok ook kan halen. Maar het gaat steeds beter. Ook ik begin echt te vissen. Ik zie geen schub, maar ik vis wel. De stand is 0 – 0. Ik word beter. We vissen al vijf uur en het is nog steeds gelijkspel. Ray komt teruggelopen en geeft me de gouden tip. Hij heeft er twee gevangen en één mooie verspeelt. Hij viste naar binnen toe. Ik ga ook drijvend naar binnen toe vissen. Ik moet alleen nog de spoel omwisselen. Drie kwartier later gooi ik eindelijk mijn drijvertje met een stokje in het water. Een kwartier later heb ik 5 keer beet gehad en er drie gevangen!!!!. Het LEK is boven! Het grote sleuren kan beginnen……………………………………Ik zie geen stootje meer.

Later tegen het donker aan lopen we drie paaltjes af. Mijn drijver schiet weg. Ik sla aan. De slip loopt. De forel springt boven water. Doet een flikflak en een salto. Schudt met zijn kop, schiet los. Hij komt nog een keer boven water en steekt zijn tong uit. Even later vangt de penningmeester er ook eentje. Een guppy en volgens mij vals gehaakt. Dit laatste kan ik niet met 100% zekerheid bevestigen. De zon zakt weg.

Het vissen is gedaan. Het was een warme mooie dag, met een verkoelend windje. De verzorging optimaal. Een applausje voor ons bestuur. Er is niet veel gevangen. Eduard, Leen, Tim, Ray, Marius en ik waren de gelukkigen.

We rijden terug. Ik mijmer een beetje. De eindstand is drie forellen tegen één guppy. ” De menselijke factor met zijn hengel”. Tja, “Als je een aap leert klimmen, gaat hij kokosnoten gooien”.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *